Pekingopera (Beijing Opera)
Historische Oorsprong
Pekingopera (京剧, Jīngjù) is de meest dominante vorm van Chinese opera, een samensmelting van muziek, zang, mime, dans en acrobatiek. Ontstond in Beijing in de midden‑Qingperiode (1644–1912) en werd in de 19e eeuw volledig erkend.
Waarde van Appreciatie
Unieke Kunstvormen
Zang: Variatie aan zangstijlen met hoge, heldere, krachtige vocalen. Fundamentele melodieën zijn “xipi” en “erhuang”, elk met eigen karakter, van traag en melodieus tot snel en energiek.
Acteren: Sterk gestileerd spel met overdreven gebaren, mimiek en houdingen om verhalen en personages te verbeelden — van edele keizers tot dappere krijgers en gracieuze dames. Zelfs een kleine mouwbeweging kan emoties oproepen.

Acrobatiek en Gevecht: Acrobatische en vechtelementen versterken het visuele spektakel: sprongen, flips en zwaardchoreografie tonen atletiek en verhogen de dramatiek.

Culturele Representatie
Pekingopera weerspiegelt traditionele waarden, historische gebeurtenissen en volksverhalen. Rijke kostuums tonen status en persoonlijkheid, en vakmanschap in textiel en borduurkunst.
Waar Pekingopera te Ervaren
Nationaal Centrum voor Podiumkunsten: Iconische locatie met topvoorstellingen, uitstekende akoestiek en ruime zalen; gezelschappen uit heel China tonen klassiek en nieuw werk.
Chang’an Grand Theatre: Traditionele, intieme setting; ervaren acteurs en actrices; souvenirwinkel met maskers, cd’s, boeken.
Liyuan Theatre (Qianmen): Gericht op toeristen, met vereenvoudigde verhaallijnen en soms een korte intro (make‑up, kostuums, speelstijlen) — ideaal voor eerste kennismaking.
Traditionele Theehuizen (Nanluoguxiang): Ontspannen sfeer met geurende thee en kleinschalig podium; melodieuze zang en expressief spel in authentieke ambiance.